Links (leeg lvf)

LESVOORBEREIDINGS

FORMULIER

NAAM

DATUM:

Les /  trainingsopdracht:

Les / trainingsdoelstelling:

Beginsituatie

Consequenties voor de les / training

  • Groep:
    • Aantal:
    • J/M:
    • Leeftijd: 16-20
    • Prestatief/recreatief:
    • Motorisch: (Benoem al de aandachtspunten en de omstandigheid waaronder zij deze aandachtspunten uit kunnen voeren).

-          De groep kan aandachtspunt ……… onder de volgende omstandigheid ……. Uitvoeren.

-          De groep kan aandachtspunt ……. Onder de volgende omstandigheid ………Niet uitvoeren.

 

  • Cognitief: (Benoem al de aandachtspunten).

-          De groep kan aandachtspunt …… benoemen.

-          De groep kan aandachtspunt ……. Niet benoemen.

 

  • Sociaal-affectief: (Beschrijf zoveel mogelijk punten aan de hand van concreet waarneembaar gedrag).

-           

-           

-           

-           

 

  •  
  • individuele leerling / sporter:
    • Motorisch: Omschrijf de leerlingen die motorisch afwijken van de beginsituatie van de groep (omdat ze beter of minder zijn), omschrijf deze aan de hand van de aandachtspunten.

 

Betere motorische studenten zijn:

-          …… kan aandachtspunt…… onder de volgende omstandigheid………uitvoeren

-          Enz….

 

Mindere motorische studenten zijn:

-          …..kan aandachtspunt…… onder de volgende omstandigheid……….niet uitvoeren.

-          Enz…….

 

  • Cognitief: Omschrijf de leerlingen die cognitief afwijken van de beginsituatie van de groep (omdat ze beter of minder zijn), omschrijf deze aan de hand van de aandachtspunten.

 

Betere cognitieve studenten zijn:

-          …… kan aandachtspunt……benoemen

-          Enz….

 

Mindere cognitieve studenten zijn:

-          …..kan aandachtspunt……niet benoemen.

-          Enz…….

  •  
  • Sociaal-affectief: Omschrijf de leerlingen die op sociaal gebied afwijken van de beginsituatie van de groep (omdat ze socialer of minder sociaal zijn), omschrijf deze aan de hand van concreet waarneembaar gedrag.

 

 

Meer sociale studenten zijn:

-           

-           

 

Minder sociale studenten zijn:

-           

-           

 

 

 

  •  
  • Lesgever:
    • Motorisch: (Benoem al de aandachtspunten en de omstandigheid waaronder jij deze aandachtspunten wel of niet uit kan voeren).

-           

-           

-           

  • Cognitief: (benoem al de aandachtspunten die jij kan benoemen)

 

  • Sociaal-affectief: (benoem je eigen sociale vaardigheden, zowel goede als minder goede).

-           

-           

  • Didactische vaardigheden: (over welke didactische vaardigheden beschik je tijdens het lesgeven)

-           

-           

-           

  • Leerdoelen Lesgever: (welke leerdoelen heb je nog voor jezelf tijdens het lesgeven, wat zijn punten die je nog moet verbeteren)

-           

-           

-           

  •  
  • overige factoren /  randvoorwaarden:
    • Tijd:
    • Ruimte:
    • Materiaal:
 
  •  
     


BEWEGINSVORM

(Welke oefeningen moeten de deelnemers doen?)

DOEL VAN DE BEWEGINGSVORM

(Wat wil jij bereiken met de oefeningen?)


ORGANISATIE

Teken de opstelling (inclusief legenda)

BEGELEIDING

(Wat doe jij als lesgever?)

ern:

Kernachtige beschrijving van de hoofdactiviteit die je hier aanbied.

Kern:

Wat wil je bereiken met de hoofdactiviteit die je aan gaat bieden?

Kern:

Opstelling tekenen van de hoofdactiviteit die je aan gaat bieden. Denk hierbij ook aan de opstelling van de studenten en jezelf als lesgever.

Kern:

Aangeven wat jij doet om de les te laten verlopen zoals jij wilt. Denk hierbij aan:

het coachen (individueel of heel de groep),

 het organiseren van materiaal (wie zet wat klaar en wie ruimt wat op)

Regels, afspraken en hoe ga je deze toepassen

Scheidsrechter(s) wel/niet inzetten

Motivatie bij de leerlingen bevorderen

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb